Soms stuiten we op een boek dat ons direct bij de eerste pagina weet te grijpen, dat ons boeit en niet meer loslaat en alles wat we wisten in een ander daglicht zet. Het boek ‘gepaste emoties’ van Mariette Baanders is zo’n boek. Graag geef ik in dit artikel een samenvatting.

Twee verschillende zaken: emoties voelen en emoties uiten
De term ‘emotienormen’ is in feite een overkoepelende term voor regels die ons gedrag aangaan en regels die ons gevoel betreffen. Gedragsnormen schrijven voor welke emotie we wanneer tegenover wie mogen tonen, en op welke manier. Gevoelsnormen vertellen ons welke gevoelens in verschillende omstandigheden meer of minder lof verdienen.

Wie in de veronderstelling leeft dat gedrag te sturen is, maar gevoelens niet, gaat ervan uit dat normen ons gedrag kunnen beïnvloeden, maar geen vat hebben op onze diepste gevoelens. Onze emoties zijn immers authentiek. De invloed van zowel gedragsnormen als gevoelsnormen blijkt verder te reiken dan menigeen aanneemt, bepleit Mariëtte in haar boek. Niet alleen laten we ons in ons gedrag meer door cultuurbepaalde regels leiden dan we gewoon zijn te denken, maar ook onze gevoelswereld blijft niet verstoken van normatieve invloeden.

Gepaste en ongepaste emotie-uitingen 
Er bestaan, hoe onopgemerkt ook, voor bijna elke situatie, elk moment tijdens een sociaal gebeuren en elke rol die we in ons leven vervullen, voorschriften voor gepaste en ongepaste emotie-uitingen. Wanneer we zijn uitgenodigd voor een etentje, beginnen we niet meteen bij de voordeur al over al onze zielenroerselen, noch op het moment dat er andere genodigden aanbellen of pas wanneer we weer buiten staan om op huis aan te gaan. Maar het is weer wel gepast om met allerhande emoties te komen als we eenmaal rustig met een glas wijn op de bank of in de eetkeuken zitten. Er is geen situatie of omstandigheid denkbaar of er geldt wel een of andere gedragsnorm voor.

Gedragsnormen schrijven niet alleen voor welke emotie we wanneer tegenover wie mogen uiten. Er bestaan ook regels voor hoe heftig emotionele reacties mogen zijn en binnen welk tijdsbestek we ze ter sprake kunnen brengen. Alles hoort daarbij in overeenstemming te zijn met de ernst van wat er is gebeurd. Wanneer ons dagprogramma in de war wordt geschopt door iemand die te laat op een afspraak verschijnt, mogen we gerust zeggen dat we dat vervelend of lastig vinden. Maar stampvoetend en met gebalde vuisten uitroepen dat je dit ronduit onbeschoft vindt, word al gauw schouderophalend afgedaan als ‘overtrokken’.

Breng je gevoel in overeenstemming met je gedrag is het advies
Er worden sinds enige tijd trainingen ‘gevoelsmanagement’ georganiseerd om mensen te leren hoe zij hun gevoel in overeenstemming kunnen brengen met het gedrag dat de omgeving van hen verwacht. Die trainingen worden met name in het bedrijfsleven gegeven aan mensen met een dienstverlenend of commercieel beroep. Ze zijn erop gericht medewerkers te leren hun gevoel zodanig te sturen dat het strookt met de vriendelijke uitstraling waarop klanten rekenen. Ze dienen enthousiasme en vriendelijkheid uit te stralen, en ook bij lastige consumenten geduldig en kalm te blijven. Ze mogen zich niks aantrekken van de boosheid van klanten, en moeten verwijten en beledigingen langs zich laten afglijden. Hun eigen boosheid of angst moeten ze naar de achtergrond dringen. Dat vergt een hoop gevoelswerk!

Eigenlijk vragen alle beroepen waarbij men klanten te woord moet staan op vergelijkbare wijze om gevoelsmanagement. Waar het hier om gaat, is dat de impact van emotionele gedragscodes zo ver reikt dat we niet alleen ons gedrag maar zelfs onze privégevoelens proberen aan te passen.

Je voelt wat je denkt te mogen ervaren
Zoals niemand zal verbazen, zijn mensen er vrijwel doorlopend op uit een positief beeld van en voor zichzelf te creëren en te behouden, en dus om tevreden te zijn over hun eigen emotionele reacties. Over die tevredenheid valt nog wat meer te zeggen, want juist dat gevoel wordt bij uitstek bepaald door waarden en normen binnen een bepaalde cultuur.

Onderzoek heeft ondubbelzinnig uitgewezen dat we ons hier in het Westen bij voorbeeld erg ongemakkelijk voelen bij gevoelens die wijzen op afhankelijkheid. Japanners voelen zich daar juist erg senang bij. Zelfs de behoefte aan een positief zelfbeeld, in de zin van een goed gevoel of positief oordeel over jezelf, is geen algemeen menselijke basisbehoefte, zoals velen geneigd zijn te denken. Gedrag, met name normgetrouw gedrag naar anderen toe, is voor Japanners een voornamere bron van tevredenheid dan hun eigen innerlijke gevoel. Een kritische blik op zichzelf is voor Japanners belangrijker dan een positieve kijk op zichzelf. Hetzelfde geldt voor gevoelens van tevredenheid over het leven in het algemeen, en voor het algehele welzijn. Ook die worden goeddeels bepaald door wat de cultuur belang rijk vindt. Zo wordt die tevredenheid in het individualistische Westen eerst en vooral bepaald door de hoeveelheid  positieve ervaringen en emoties in het leven wat blijkt uit het verschil in favoriete vrijetijdsbestedingen; in het oosten zoekt men een rustig plekje op om te picknicken of van de natuur te genieten. In het westen worden sporten en activiteiten met veel energie geprefereerd.

Maar het gaat verder dan gedrag. We ervaren zelfs alleen wat we wel mogen of moeten voelen en blijken ons vaak in het geheel niet bewust van ‘foute’ of ongepaste emoties. Zelfs wanneer we zulke sentimenten wel gewaar zijn, worden we nogal eens geplaagd door gevoelens van ontevredenheid, schaamte- of schuldgevoelens, dat we het liefst een zak over ons hoofd zouden trekken.

Onderzoek: als je jezelf toestaat iets te voelen kun je het ervaren
Dit verschijnsel kwam ook in een deel van Mariëtte’s eigen empirisch onderzoek naar voren. Ze deed onderzoek bij studenten, welke ze in drie groepen verdeelde;  In één groep stelde ze studenten teleur in een situatie waarin het heel legitiem is om je teleurgesteld te voelen. In de tweede groep stelde ze studenten evengoed teleur, maar gold er een norm dat teleurstelling onacceptabel was. De derde groep proefpersonen werd ten slotte helemaal niet teleurgesteld. Bij hen gebeurde gewoon wat ze van tevoren hadden verwacht of gehoopt dat er zou gebeuren. Vooraf aan het onderzoek was nagegaan in hoeverre de studenten van zichzelf een bepaalde emotie zou mogen ervaren in de gegeven situatie; in dit geval streberigheid, omdat je graag een goed cijfer wilt behalen en teleurstelling als dit tegenvalt.

Groep 1: je mag best teleurgesteld zijn over een tegenvallend cijfer
Naar eigen zeggen waren studenten die slaagden met een tegenvallend cijfer, net zomin teleurgesteld als studenten die geslaagd waren met precies het cijfer waarop ze hadden gehoopt. In een anonieme vragenlijst die studenten aansluitend invulden over hun gevoelens naar aanleiding van hun uitslag bleek dat maar liefst de helft van hen zich wel degelijk teleurgesteld voelde. Dit gevoel was  vergelijkbaar met degenen die daadwerkelijk waren gezakt. Zij durfden er alleen kennelijk niet voor uit te komen tegenover hun medestudenten. De helft die zich vanbinnen wel degelijk teleurgesteld voelde, was precies de helft die teleurstelling persoonlijk best acceptabel vond.

Groep 2: teleurgesteld over een tegenvallend cijfer is verwerpelijk
Maar teleurstelling werd niet alleen niet herkend, het werd zelfs ronduit óntkend. Studenten die geslaagd waren met een tegenvallend cijfer en teleurstelling daarover afkeurden, waren nog verrukter over hun uitslag dan degenen die precies het cijfer kregen waarop ze hadden gehoopt. Alsof ze moesten overcompenseren voor het tegenvallende deel van hun uitslag. Ze benadrukten extra hoe blij ze waren dat ze waren geslaagd om dat andere gevoel, dat ze óók teleurgesteld waren, maar zo volledig mogelijk te overschaduwen.

Later ontdek je soms pas wat je voelde! 
We kennen het eigenlijk allemaal wel uit ons eigen leven. Als we bijvoorbeeld vinden dat we ons niet kwaad mogen maken over een rotopmerking van een collega, merken we op het moment van de opmerking niet eens meer dat we dat eigenlijk wel zijn. Hoe vaak realiseren we ons niet achteraf pas dat we ons eigenlijk best beledigd of niet serieus genomen voelen?

De meesten hebben geen contact met hun ‘zuivere, ongeconditioneerde hart’, maar hooguit met hun sociaal gekleurde hart. De consequenties daarvan zijn welbekend. Het gebeurt nogal eens dat mensen zich later, soms jaren na dato pas, realiseren dat ze iets op een veel eerder moment eigenlijk al aanvoelden. Hoe vaak verzuchtten ze dan niet ‘had ik toen maar naar mijn hart geluisterd!’

Duidelijk afgebakende emoties?
De meest gangbare manier van denken over emoties, is nog steeds dat bepaalde gebeurtenissen als een soort reflex heel specifieke emotionele reacties teweegbrengen. Alsof die reacties biologisch verankerd liggen. Onmenselijk gedrag maakt boos, verlies van iets dierbaars geeft verdriet, bedreigende omstandigheden wekken angst op en vervullingen van wensen brengen vreugde.

In wetenschapsland wordt intussen betwijfeld of er wel zo duidelijk afgebakende emoties bestaan en al helemaal of die als van nature moeten volgen op bepaalde incidenten. Zelfs is er een groeiend aantal wetenschappers dat emoties ziet als niet zozeer biologisch verankerd of genetisch bepaald, maar als ‘sociaal geconstrueerd’.

Je emotioneel arsenaal vergroten
Je hebt vast wel ooit gehoord dat het aanpassen van je lichaamshouding na enige tijd effect heeft op hoe je je voelt. Het heeft er alle schijn van dat een soortgelijke invloed uitgaat van het etiket dat we op ons gevoel plakken. Ga maar na: als een vriend een eetafspraak afbelt op het moment dat je al in de pannen staat te roeren en je zegt bij jezelf dat je ‘kwaad’ bent, voelt dat heel anders dan wanneer je je reactie benoemt met het mildere ‘geïrriteerd’ of ‘teleurgesteld’ of juist het krachtiger ‘woedend’. Alsof de term ‘kwaad’ alle sensaties en gewaarwordingen opwekt die je normaal gesproken bij dat gevoel ervaart.

Dat is natuurlijk ook wat de psychotherapeut beoogt bij de cliënt met het minderwaardigheidsgevoel. Door de gevoelens van die cliënt te benoemen als emoties die passen bij iemand met zelfrespect en zelfvertrouwen, gaat die cliënt die emoties hopelijk werkelijk ervaren. Hetzelfde mechanisme zien we ook terugkomen bij assertiviteits- en weerbaarheidstrainingen waarbij cursisten erop gewezen worden dat ze zich beter kwaad kunnen voelen dan weerloos, bang of somber.

In het dagelijks leven zijn we echter helemaal niet bezig met ‘hoe we een gevoel noemen’. We zijn gewoon in vlagen wanhopig, onthutst, onverschillig, opgewonden, trots of wat dan ook, zonder er een moment bij stil te staan hoe we dat gevoel zouden kunnen noemen. Laat staan dat de invloed van normen zou lopen via die verschillende termen.

Alternatieve uitlaatkleppen
We zijn niet alleen genegen onze emotieuitingen aan te passen aan de omstandigheden en de normen die daarin heersen. Onze motivatie te voldoen aan normatieve verwachtingen, gaat zo ver dat we er zo nodig moeite voor doen op zoek te gaan naar alternatieve uitlaatkleppen.

We geven liever niet te kennen dat we van slag zijn van een berispende opmerking van onze manager. Liever troosten we onszelf ’s avonds thuis met een paar glazen wijn of een flink stuk chocola. We vinden verlichting in het meehuilen met een zielige hoofdpersoon in de ene of andere tearjerker. Of we ontladen onze agressie door op internet flink te schelden op een publiek figuur dat ons niet aanstaat. En tot slot schrijven we onze trots over de complimenten die we hebben gekregen liever in ons dagboek dan dat we er openlijk mee te koop lopen.

Vermijding is een veel gehanteerde strategie om onwenselijke emoties te voorkomen. Mensen ontlopen situaties die zulk gevoel mogelijkerwijs teweeg zouden kunnen brengen, of ze lopen er letterlijk uit weg en zoeken een andere omgeving op. Of ze lopen in hun gedachten van de situatie weg, door aan andere dingen te denken, te fantaseren over positieve gebeurtenissen die nog gaan komen, of plannen voor de toekomst te maken waarop ze zich kunnen verheugen.

Als het niet met relativeren lukt, doen mensen soms moeite het hele gebeuren vanuit een ander gezichtspunt te bekijken. Wanneer je de positie van de ander beter begrijpt zul je diens ergerlijke gedrag beter accepteren en hoef je je er niet langer over op te winden. Ook de schuld bij jezelf leggen of juist bij de ander/de omstandigheden, wanneer zij eerst kwaad waren op zichzelf kan helpen.

We kunnen de zaak anders bekijken, maar we kunnen natuurlijk ook concreet iets ondernemen om bepaalde gevoelens van ons af te zetten. Sommige mensen ondernemen iets om zichzelf af te leiden.  Ze pikken een filmpje, of gaan winkelen en kopen iets leuks om te compenseren voor frustrerende omstandigheden. Anderen verleggen hun aandacht naar nieuwe doelen of voornemens waarop ze zich kunnen verheugen. Sigaretten, alcohol en een overmaat aan voedsel worden ook ingezet om ‘verachtelijke’ gevoelens te dempen.

Het nadeel van gevoelsmanagement trainingen
Uit gesprekken met stewards en stewardessen bleek dat het nog niet zo gemakkelijk blijkt de gevoelsregels op te volgen die door trainingscentrum waren bijgebracht. Zij slaagden er lang niet altijd in de verlangde opgewektheid tijdens de hele vlucht op te brengen. Maar vervelender nog: velen klaagden erover dat ze door hun werk op den duur voeling met hun eigen innerlijke wereld verloren.

Hun gevoelsleven lag flink overhoop. Ook in hun privéleven wisten ze vaak niet meer hoe ze zich voelden. Ze waren dikwijls verward en waren steeds slechter in staat hun gevoelens te plaatsen. Inmiddels wisten ze daardoor niet goed meer wie zijzelf eigenlijk waren. Sommige stewardessen lukte het zelfs helemaal niet meer ook maar íéts te voelen. Ze waren overwegend onverschillig of verdoofd, alsof gebeurtenissen volkomen langs hen heen gingen. Geleidelijk aan raakten ze steeds meer van zichzelf vervreemd.

Wie sociaal afgekeurde gevoelens uit het bewustzijn weghoudt, loopt het risico na verloop van tijd voeling met alle oprechte emoties te verliezen. Hoe langer we minder lovenswaardige gevoelens censureren, des te moeilijker het wordt om andere, wel toelaatbare gemoedsbewegingen nog wel op te merken. Voordat we er erg in hebben, is de verbinding met ons hele gevoelsleven verbroken.

Voldoen aan gevoelsnormen, een lust of een last?
Er zijn natuurlijk mensen die het hun hele leven volhouden te voldoen aan gevoelsnormen zonder daar noemenswaardige last van te ondervinden. Wanneer mensen uit eigen vrije wil een diepgewortelde overtuiging of roeping hebben die naadloos aansluit bij de normen van de cultuur hoeven zij daar geen nadelige gevolgen van te ondervinden. Deze mensen voelen zich vooral bevredigd, verrijkt, soms zelfs trots dat ze emotioneel mogen functioneren zoals ze zelf het liefste zien.

Het komt dus zeer zeker voor dat mensen persoonlijk geen nadelen ondervinden van hun streven naar lovenswaardige gevoelens. Toch krijgen veel mensen er vroeg of laat wel last van, juist en vooral wanneer ze hun foute emoties niet aanvaarden of die systematisch uit hun bewustzijn weghouden.

Elk mens streeft in de basis nu eenmaal naar goedkeuring door anderen en voorkoming van afkeuring. De meesten hebben er veel voor over om een gevoelsleven te tonen dat goedkeuring verdient. Zij ervaren het dan ook als pijnlijk en zelfs verontrustend, wanneer hun pogingen falen en hun gevoel afwijkt van wat zij denken dat anderen acceptabel vinden. Het ondermijnt hun identiteit en gevoel van eigenwaarde.

En wanneer ze verwerpelijke emoties systematisch buiten hun bewustzijn houden, raken ze mettertijd vervreemd van zichzelf en hun waarachtige gevoelsleven. Dat is niet alleen onaangenaam, er kleven ook praktische nadelen aan.

Je emoties als gids
Bij zowel grote levensbeslissingen, als kleinere beslissingen in het leven van alledag, kunnen emoties behulpzaam zijn, als bron van informatie over wat iemand zelf belangrijk vindt en hoe het er met die belangen voor staat. Niet dat iemand die richtingaangever klakkeloos moet volgen, maar het is wel van belang dat hij die emotionele informatie meeneemt in zijn verstandelijke overweging van wat hij het beste kan doen.

Wie beslissingen baseert op de informatie die uit zijn eigen emotionele reacties spreekt, maakt sneller en gemakkelijker keuzes. Ook krijgt zo iemand naderhand minder snel spijt van die keuzes. Bovendien twijfelt men minder aan zichzelf en aan eenmaal gemaakte keuzes: “Was het nu wel goed wat ik heb gekozen of had ik een andere weg in moeten slaan?” Juist nu we in onze huidige cultuur steeds meer vrijheden krijgen en ruimte voor eigen keuzes, is het belangrijk dat we luisteren naar onze oprechte gevoelens als belangrijke bron van informatie bij het maken van die keuzes.

Oprechte gevoelens als bron van zelfrespect en zelfvertrouwen
Door open te staan voor je minder lovenswaardige gevoelens toon je respect voor de minder charmante kanten van jezelf. Bovendien voelt een mens die steeds zijn eigen gevoelens vertrouwt als respectabele bron van informatie over wie hij is en wat hij belangrijk vindt zich veilig bij zichzelf. Hij is minder afhankelijk van de mening van anderen.

Met die twee eigenschappen is een mens beter in staat verantwoordelijkheden te dragen en ervoor te zorgen dat hij bereikt wat hij werkelijk nodig heeft in het leven. Zo iemand beschikt over belangrijk gereedschap om zijn lot in eigen handen te nemen, zoals in onze individualistische maatschappij nog steeds van burgers wordt verwacht. Hij voelt zich sterk en zeker genoeg om die keuzes te maken en die acties te ondernemen die nodig zijn om bevredigende en haalbare levensdoelen te bereiken.

In het onvermogen om de bewegingen in ons gemoed aldoor onbevangen te volgen ontneemt men zichzelf de kans te leren hoe men uiteenlopende emoties het beste kan hanteren op het moment dat ze zich voordoen. Om te leren hoe je het beste met boosheid kunt omgaan moet je die boosheid eerst bewust kunnen ervaren. Vervolgens kun je uitzoeken door erover te praten, erover te lezen, of er gewoon over na te denken wat je het beste kunt doen om de situatie te verbeteren, voor zowel jezelf als andere betrokkenen. Om te leren hoe je het beste met teleurstelling kunt omgaan, met jaloezie, angst, trots of verheugenis over een veelbelovend voorval, moet je die gevoelens eerst onbevangen in het bewustzijn hebben toegelaten. Wie zichzelf afsluit voor afkeurenswaardige gevoelens of zelfs zijn hele gevoelsleven, kan nooit leren hoe hij die emoties op een bevredigende manier kan inzetten om zichzelf dichter bij een gesteld doel te brengen.

Vermoeidheid en andere ongemakken 
Het kost veel energie om ervoor te zorgen dat ons gevoelsleven continu in overeenstemming is met normen en vermeende verwachtingen van anderen om ons heen. Ook al zijn de meesten zich daar niet van bewust, het verzet tegen ontoelaatbare sentimenten is een actieve daad. Het kost energie om verwerpelijke emoties weg te drukken en er wenselijker gevoelens voor in de plaats te stellen. Het is op z’n minst een inspanning die aanmerkelijk meer energie vergt dan simpelweg waarnemen wat er in en om ons heen gebeurt en wat dat emotioneel met ons doet zoals elke onnatuurlijke eis die we aan onszelf stellen dodelijk vermoeiend kan zijn. Dat heeft niet alleen lichamelijke vermoeidheid tot gevolg.

Empirisch onderzoek wijst uit dat zulke gevoelsmanipulatie op den duur kan leiden tot emotionele uitputting en zelfs burnout. Daarbij geeft alle verzet, en dus ook verzet tegen verwerpelijke emoties, zowel geestelijke als fysieke spanning en onrust. Het maakt ons innerlijk verkrampt. Die onrust en verkramping kunnen mettertijd lichamelijke klachten als chronische hoofdpijn of harde, pijnlijke spieren geven; klachten die vaak gepaard gaan met de hierboven genoemde emotionele uitputting en burnout. Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat ontkenning van emoties het immuunsysteem aantast. Wie ontoelaatbare gevoelens probeert weg te duwen, loopt daarmee verhoogde kans op allerhande infectieziektes.

Legio mensen lopen met lichamelijke klachten rond, doordat zij kwetsbare emoties bij uitstek weinig gewaardeerd in onze samenleving uit hun bewuste beleving trachten te bannen. Het zou ons allemaal meer energie, gezondheid en rust opleveren als we ons gevoelsleven zijn natuurlijke beloop lieten. We zouden heel wat aan kracht en vitaliteit winnen als we alle kleine en grote veranderingen in ons gemoed onderkenden. Zonder er een waardeoordeel aan te verbinden en met ons verstand te overwegen wat het gevoel ons zegt over onszelf en wat we er het beste mee kunnen doen.

Het zijn niet eens zozeer de mensen die ertoe neigen foute gevoelens uit hun bewustzijn te houden die de meeste last krijgen van deze lichamelijke en psychische consequenties. Zolang het maar niet structureel gebeurt, beschermt zulke leiding iemand zelfs tegen psychische aandoeningen, ook al komen zulke weggedrukte emoties op een later moment vaak alsnog boven water en kunnen deze zelfmisleiders er wel andere klachten aan overhouden.

Het zijn vooral degenen die zulke afgekeurde emoties wel met enige regelmaat ervaren en zichzelf erom veroordelen, die het meest vatbaar zijn voor de hier genoemde lichamelijke en psychische gevolgen op lange termijn! Mensen die zich tegen ‘foute’ emoties verzetten, lopen bovendien het risico in een depressie terecht te komen, die hen uiteindelijk naar een professionele hulpverlener leidt.

De oplossing(en)
Enkel trachten op een andere, positievere manier naar een situatie kijken en deze op die manier dus herwaarderen was veruit de meeste keren ineffectief in het bestrijden van ongewenste sentimenten. Om deze tactiek goed werk te kunnen laten verrichten is het ook van belang om eerst onder ogen te zien dat en hoe een voorval ons heeft geraakt en om dat gevoel eerst te nemen zoals het is. Pas daarna kun je proberen de positieve kanten van de zaak in ogenschouw te nemen: niet uit verzet tegen het gevoel, maar als toereikende manier om zo’n beweging in het gemoed te beheren. Gevoel laat zich niet zomaar terzijde schuiven. Het moet eerst worden gehoord, gezien en erkend.

Wie zijn emotionele ervaringen met anderen kan delen (of met geduldig en oordeelloos papier in de vorm van een brief, gedicht of dagboekfragment), blijkt een goede manier gevonden te hebben om emoties los te laten.  Dat komt doordat je je al pratende of schrijvende blootstelt aan gedachten die je liever wilt vermijden en ze daarmee meteen onschadelijk maakt.

Keer op keer blijkt uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek dat ook humor een uitstekende manier is om moeilijke omstandigheden het hoofd te bieden. Lachen is een goede spanningsontlader. Daarnaast worden emotionele aangelegenheden lichter door ze van de lachwekkende kant te bekijken.

Volgens antropologen die een poos hebben doorgebracht in culturen waar mediteren dagelijks gebruik is, hebben inwoners werkelijk baat bij de meditatie, in die zin dat het het gemoed kalmeert. Het belangrijkste hierbij is dat je leert je niet te verzetten tegen ongewenste verstoringen van je gemoedsrust. Merk die verstoring eerst bewust op en aanvaard haar als gegeven, waar je vervolgens iets mee kan doen om de gemoederen weer tot rust te brengen. De meeste individuen in onze cultuur die van onverteerbare gevoelens af willen, leggen zich niet eerst neer bij wat ze voelen maar verzetten zich van meet af aan.

De hierboven genoemde strategieën van opschrijven en relativeren impliceren in wezen ook al dat de persoon in kwestie eerst zijn gevoel heeft onderkend en serieus genomen voordat hij iets onderneemt om de gemoederen tot rust te brengen, zo sluit Mariëtte haar boek af. We dienen continu de bewegingen in ons gemoed zonder waardeoordeel gade te slaan en toe te laten en ons er niet tegen te verzetten (noch ons erin te verliezen). Pas dan kunnen we leren hoe we het beste met al die gemoedsbewegingen kunnen omgaan zonder eronder te lijden.

Afsluitend kan ik enkel toevoegen dat daar moed voor nodig is. Moed om je eigen (gevoels-) patronen te willen erkennen én moed om er vervolgens naar te handelen!