Stel jezelf voor dat jouw onderneming een auto is. Dan hoop ik dat jij de motor bent. Maar wie of wat is het chassis? De benzine? De wielen? In deze oefening krijg je daar heel simpel een beeld bij en de woorden voor. 

Begin bij het tekenen van een simpele auto (ja, durf te falen… doe het in max 15 seconden. Dus snel snel snel).

Zet daarna lijntjes bij de betreffende onderdelen die ik ga benoemen:

1. Als eerste het stuur. Wie/wat zet de lijn uit? Bv bij een tandarts is dit ‘de vraag naar tandzorg’. Hier wordt dus de vraag vanuit de maatschappij mee bedoeld. Indien je het niet weet, schrijf dat 3 mogelijkheden op. Je kunt later altijd nog terug.
2. Wie of wat is de motor? (hint: waarschijnlijk ben je dit zelf 😉
3. Zet daarna een lijntje vanaf de achterbank. Wie of wat zijn de passagiers? Hoeveel zijn dit er? Bv drie patiënten per uur of groepen  van 20 personen.
4. Wie/wat is het chassis (de onderkant van de auto zonder opbouw)? Waar is je praktijk gevestigd of in welke werkruimte ben je meestal te vinden?
5. Wie/ wat is de benzine? Dit is bv de wens om aan de vraag naar tandzorg te voldoen. Wat is belangrijk hierbij.
6. Wat zijn de wielen? Wat maakt dat deze auto gaat bewegen? Denk aan talenten, vaardigheden, medewerkers etc.
7. Hoe is de omgeving? Is de weg hobbelig of rijd je over een snelweg? Denk aan de economie, problemen die klanten ondervinden op weg naar je praktijk/winkel etc.
8. Teken een lijn naar de buitenzijde van de auto. Hoe ben je zichtbaar? Wat is je kleur? (betrouwbaar blauw bijvoorbeeld of zonnig geel).
9. Kijk of er nog iets mist aan je auto wat belangrijk is, bv de richtingaanwijzers, de achteruitkijkspiegel, de antenne etc. Zet zelf erbij waar deze voor staan.